Vraagbaak: Wanneer stijgt eigen vermogen?
Het eigen vermogen is volgens de economische definitie het verschil tussen bezittingen en schulden. Bij een bedrijf is het eigen vermogen de bezittingen van de onderneming (activa) minus het vreemd vermogen (leningen, hypotheken, uitstaande rekeningen). Eigen vermogen plus vreemd vermogen wordt in de bedrijfsbalans ook wel passiva genoemd.
Bij particuliere huishoudens is eigen vermogen de waarde van de bezittingen (b.v. spaartegoeden, pensioenopbouw, woningwaarde), verminderd met het vreemd vermogen (hypotheek, lening). Het eigen vermogen van huishoudens neemt toe als het bezit sterker stijgt dan de schuld. Voor de bepaling van de vermogensrendementsheffing wordt bij het eigen vermogen in box 3 de eigen woning en bijbehorende hypotheek buiten beschouwing gelaten, evenals de meeste materiële bezittingen.
Het eigen vermogen van huishoudens kan veranderen door:
- Vrije besparingen. Het inkomen dat niet wordt besteed aan consumptieve uitgaven, de vrije besparingen, blijft in het bezit van huishoudens. Hierdoor stijgt het eigen vermogen. In de praktijk zijn er voor de vrije besparingen verschillende bestemmingen, zoals het storten op een (spaar) rekening, het beleggen in onroerend goed of effecten, of het aflossen van schulden. Zijn de vrije besparingen negatief, dan kan het inkomen worden aangevuld door spaargeld op te nemen, beleggingen te verkopen of het aangaan van een schuld.
- Collectieve besparingen. De verplichte of collectieve besparingen zorgen voor een toename van de verzekeringstechnische voorzieningen. Deze post op de balans van huishoudens geeft de marktwaarde van opgebouwd vermogen voor het uitkeren van pensioenen aan huishoudens (polishouder) weer. Dit vermogen wordt beheerd door pensioenfondsen.
- Herwaarderingen, ook wel koerswinsten (of -verliezen). Bezittingen op de balans van huishoudens worden gewaardeerd tegen de actuele marktwaarde. Dit betekent dat veranderingen in beurskoersen en huizenprijzen de waarde van effecten en koopwoningen op de balans van huishoudens beïnvloedt en daarmee het eigen vermogen. Een toename van de beurskoersen zorgt voor een stijging van het particuliere aandelenbezit en de verzekeringstechnische voorzieningen (beheerd door pensioenfondsen en verzekeraars), en visa versa. Dit geldt ook voor de huizenmarkt: nemen de huizenprijzen toe, dan neemt het eigen vermogen van huizenbezitters ook toe.
Tot het jaar 2000 waren de Nederlanders traditioneel spaarzaam en steeg het eigen vermogen van huishoudens. Vanaf 2000 werd er per saldo niet meer gespaard, maar ontspaard en werd het beschikbaar inkomen jaarlijks aangevuld met een deel van het eigen vermogen. De impact van beurskoersen of huizenprijzen zorgde in die jaren voor groei van het eigen vermogen. De situatie van het jaar 2008 is bijzonder, omdat de dalende koersen in de financiële markten nu niet zijn gecompenseerd door sterk stijgende huizenprijzen. Als gevolg hiervan daalde het eigen vermogen voor het eerst sinds 2002.
[bronnen:
Wikipedia, CBS artikel:
Consumptie door huishoudens]
Ga voor meer informatie over dit onderwerp naar deze pagina:
Let op: Alhoewel bovenstaande tekst met de grootst mogelijke zorg is samengesteld, kunnen aan deze tekst geen rechten worden ontleend. © 2005-2024 Spaarbaak, lees de voorwaarden.
Vragen die lijken op "Wanneer stijgt eigen vermogen?"
Hierboven leest u het eerst gevonden antwoord op de vraag "Wanneer stijgt eigen vermogen?". Kies voor mogelijk andere antwoorden een vergelijkbare vraag:
Regelmatig beantwoorden we nieuwe vragen, dus mocht uw specifieke vraag nog niet beantwoord zijn, kom dan binnenkort terug om het nog eens te proberen.
Lees verder »
Stel uw vraag
Gebruik het zoekveld hieronder om een andere vraag te stellen.
Klik hier om elders op de Spaarbaak website te zoeken.
Kijk onderaan deze pagina voor een overzicht van veelgestelde vragen.
Recent beantwoorde vragen
Meest populaire vragen
Alle vragen